Een zogenaamd “responsieve overheid” streeft ernaar de belangen van haar burgers te behartigen en recht te doen aan het individuele geval. Het is belangrijk dat burgers dat ook zo ervaren, niet alleen voor legitimiteit, maar ook voor een overheid die onnodige geschillen wil doen voorkomen.

Maar let op. Dit gaat bijna dagelijks mis in mijn praktijk, waarin ik altijd ondernemers of burgers help in hun conflicten met de overheid. Lees de volgende voorbeelden.

Brief met uitnodiging komt 2 dagen na de avond waarvoor uitgenodigd is

Kort geleden ontving ik een brief van een gemeente, met de boodschap dat de zienswijze, die ik namens mijn cliënten had ingediend, verwerkt was in een Nota van zienswijzen. Niets ongewoons, zou je denken. Behalve dan dat de brief kennelijk 5 weken eerder (!) al geschreven was. En toen ik de brief las, bleek, dat er 2 dagen vóór ontvangst ervan een inspraakavond geweest was, waar cliënten voor waren uitgenodigd. Mijn cliënten waren al nooit bevraagd over het project, waar ik die zienswijze tegen indiende. En ze hoorden ook na indiening van de zienswijze gedurende 2 maanden lang niets. Nu waren ze laaiend: ze schreven me dat dit ‘riekt naar frauduleus handelen’. Ik snap dat! Want dit zouden die ambtenaren zélf ook niet accepteren. Zéker niet van burgers.

Het gebedshuis in de woonwijk

Een dame belde mij, dat ze zelf bezwaar en beroep had ingesteld tegen de omgevingsvergunning voor een gebedshuis in haar wijk (in strijd met ruimtelijke regels en vergroting van capaciteit met factor 3), recht tegenover haar huis. Grootste probleem: drie keer zoveel verkeer, om die reden verwachte parkeerproblemen in de toch al volgeparkeerde woonwijk en koplampen die recht in haar huis schijnen als de mensen weer naar huis gaan. In de procedures had de ambtenaar in kwestie gewezen op het parkeerbeleid, dat hij met een enkel woord had toegelicht. De bezwarencommissie en de rechter maakten er niet veel woorden aan vuil: het zou wel goed zijn. Er werd niet veel uitgelegd. En de vergunning bleef overeind. Mij werd gevraagd, of hoger beroep zinvol zou kunnen zijn. Kern van mijn antwoord: dat zou kunnen, maar dan moet je niet alleen investeren in juridische bijstand, maar vooral ook in adviseurs op het gebied van parkeren en verkeer, omdat je het hier alleen redt met een tegenadvies. Natuurlijk was dat veel te kostbaar voor deze mensen. Ze laten het er nu bij zitten. Ze schreef me: “We hebben zoveel geprobeerd, maar heeft helaas geen resultaat voor ons opgeleverd. Vanaf het begin, stonden we al 10-0 achter. Het is een smerig spel geweest. […]. Heel frustrerend allemaal, gezien de gang van zaken. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid en niet de waarheid naar buiten brengen. Dat is hier wel gebeurd. […] Er was vanaf het begin al bekend, dat er onrust onder de bewoners was. Hier is niks mee gedaan.”

Ik zie dit met lede ogen aan. En mijn oren klapperen. Want als de ambtenaren vóór vergunningverlening even op huisbezoek zouden zijn gegaan, écht hadden geluisterd en écht hadden kunnen uitleggen en voorrekenen en eventueel nog wat aanpassingen hadden gedaan, dan zou deze gemeente een groep gefrustreerde bewoners minder hebben. En een hoop tijd over voor de écht belangrijke zaken in de gemeente. Bovendien zou dan nu niemand het gevoel hebben gehad dat ze de boot gemist hebben.

Tijdelijke woningen op een industrieterrein

Een gemeente wil een groep mensen voor minimaal enkele jaren huisvesten op een industrieterrein. In het geheim is deze locatie gekozen en vanaf dat moment staat alles in het teken om dat doel te bereiken. Met uitsluitend ‘informerende’ avonden en brieven wordt naar het doel toe gewerkt (dus: communicatie die één richting uit gaat). Als de verleende omgevingsvergunning geschorst wordt vanwege het ontbreken van elk onderzoek in de besluitvormingsfase, duurt het nog ongeveer driekwart jaar voordat er weer een besluit zal zijn, omdat alsnog her en der wat onderzocht is (waar veel kritiek op blijft). En dan blijkt het niet te kunnen, qua geluid. Maar ook dan zal en moet er medewerking komen van de ondernemers. Die hebben al vanaf het begin het gevoel dat ze niet gehoord worden. Terwijl ze graag zouden meewerken aan hetzelfde project, op een andere en meer geschikte locatie. Maar de gemeente gaat rücksichtlos door… Het zal duidelijk zijn, hoe de ondernemers zich intussen voelen. Eén van hen schreef mij: “Deze gekkigheid moet echt ophouden.”

Omgevingsvergunning verleend voor aangrenzend bedrijf

Een bedrijf op een industrieterrein had vernomen dat de buurman zijn terrein verkocht had aan een projectontwikkelaar. Deze had een omgevingsvergunning aangevraagd om voor het nieuw te bouwen gebouw qua afstand met de buurman af te mogen wijken van de ruimtelijke regels. Het bedrijf vroeg mij, om contact te leggen en te houden met de gemeente, zodat we het in de gaten konden houden wanneer de vergunning verleend zou zijn. Ik heb enkele keren gebeld en gemaild, waarop ik steevast het antwoord kreeg dat er aanvullende gegevens gevraagd werden en dat het nog niet bekend was of en wanneer de vergunning verleend kon worden. En plotseling bleek die alsnog verleend te zijn. Terwijl ik toch echt had gevraagd om me even een eenregelig berichtje te sturen om mij daarover in te seinen. Het bedrijf zélf begrijpt daar natuurlijk niets van. De directeur schreef mij: “Gisteren hebben wij het bericht ontvangen dat de vergunning verleend is voor onze buurman. […] het stond in het gemeenteblad. Wel vreemd dat we (u) elke keer om informatie hebben gevraagd aan de gemeente en dan opeens is de vergunning verleend incl. aanpassing van het bestemmingsplan.”

Responsief of niet?

Is het te veel moeite om derdebelanghebbenden er vanaf het begin bij te betrekken? En kennen ambtenaren de regel niet, dat de gemachtigde van een bedrijf of burger óók alle correspondentie dient te ontvangen? Wat is er zo ingewikkeld? Was de onderliggende boodschap in de Omgevingswet niet, dat er juist in het ‘voortraject’ méér aandacht moest komen voor de communicatie? Het Informatiepunt Leefomgeving zegt het zo: “Besluitvorming over projecten in de leefomgeving gaat onder de Omgevingswet sneller en beter. Dat vraagt om een integrale (samenhangende) werkwijze van overheden, burgers en bedrijven. Kernwoorden zijn: open, flexibel, uitnodigend, innovatief en vertrouwen.” Mijn dagelijkse ervaringen met overheden zijn helaas anders. Met het jarenlange streven binnen de overheid naar ‘klantvriendelijkheid’ en alle discussies over ‘responsief bestuursrecht’, inclusief mijn eigen jarenlange ervaring dat ik als ambtenaar al ALTIJD ultieme inzet gepleegd heb om in gesprek te gaan met bedrijven en burgers, juist over hun belangen of alleen om keuzes begrijpelijk uit te leggen, begrijp ik serieus niet wat hier aan de hand is. Wie het weet, mag het zeggen. Voor mij voelt het onrechtvaardig om bedrijven en burgers zó te behandelen.

Minou Woestenenk, voormalig provinciaal ambtenaar en heden advocaat omgevingsrecht

Verschenen in: Omgevingswet Nieuws Online 1377 (Wolters Kluwer)