Omgevingswet in ontwerp: de geschiedenis
Afgelopen week overhoorde ik mijn zoon zijn proefwerk geschiedenis. Het ging over de industriële revolutie in Nederland, de toenemende vervuiling door fabrieken, de Kinderwet uit 1874 en de Arbeidswet uit 1889. Ineens realiseerde ik me dat in dat rijtje natuurlijk ook de Hinderwet (1875) thuishoort, die ging over ‘gevaar, schade en hinder’, afkomstig van ‘inrichtingen’. En in feite was dat onze allereerste milieuwet. Op dinsdag 22 maart stemt de Eerste Kamer over het wetsvoorstel voor de nieuwste variant: de Omgevingswet.
1875 – 2018: 143 jaar milieuregels
De Hinderwet hield het ruim 100 jaar vol: in 1993 werd deze wet geheel vervangen door de Wet milieubeheer, die ook nog veel andere afzonderlijke wetgeving over lucht, afval en bodemvervuiling erin opnam. Daarna kwam de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en inmiddels is de integratie nog verder voortgeschreden en zullen we in 2018 de Omgevingswet krijgen.
2018: Omgevingswet
Er is al veel over geschreven. En er wordt ook veel van verwacht. Het moet ‘sneller en beter’, het moet ‘eenvoudiger’, het moet ‘minder’ enzovoorts. Al in 2010, een paar maanden vóór de grote wijzigingen van Wet milieubeheer naar Wabo, ontstond het eerste idee om het omgevingsrecht alweer te herzien… Belangrijke elementen zijn ook een grotere focus op lokale belangenafweging,
2016: stemming in de Eerste Kamer
Zelfs in de Eerste Kamer zijn er nog 5 belangrijke moties ingediend.
- De PVV diende een motie in met de bedoeling om geen versoepelingen mogelijk te maken voor de vestiging van asielzoekerscentra, moskeeën en windturbineparken.
- De SP ziet graag dat een vergunning voor onomkeerbare activiteiten pas 4 weken na het besluit in werking treedt.
- D66 vroeg met een motie aandacht voor het verwezenlijken van klimaatdoelen.
- GroenLinks heeft specifiek aandacht gevraagd voor het beschermingsniveau door beoordelingsregels in omgevingsvergunningen zoveel mogelijk hetzelfde te laten.
- GroenLinks wil verder nog dat decentrale overheden verplicht worden om regels te stellen voor geluid, geur, landschappelijke waarden en natuur.
Naast complimenten op het gebied van een breed draagvlak en het streven naar vereenvoudiging, blijken er bij het parlement nog grote zorgen te bestaan over onder andere ICT-voorzieningen, kennismanagement bij (kleinere) gemeenten, kostenbeheersing, de effecten van de nieuwe regels op duurzaamheid en milieu, de complexiteit van de wetgeving en onduidelijke normstellingen. Voorwaar nog geen eenduidig beeld. Toch is dit al een heel ander type wetgevingsoperatie dan alle andere die hieraan vooraf gingen. Er zijn op dit moment immers al zo’n 30 gemeenten aan het experimenteren geslagen met de nieuwe manier van denken. Want de Omgevingswet had beter Omdenkwet kunnen heten: de beoogde cultuurverandering binnen ambtelijke organisaties is nog het meest wezenlijk van alle andere doelen van deze wet. Ik ben toch wel benieuwd wat de stemming op gaat leveren, a.s. dinsdag. Ik spreek u nader over 2 jaar!
Recente reacties