Op 1 oktober 2022 is de gewijzigde Wet Bibob (tweede tranche) in werking getreden. De wetswijziging van de Wet Bibob tweede tranche is een vervolg op de wetswijziging Wet Bibob eerste tranche die op 1 augustus 2020 in werking is getreden. De wetswijziging tweede tranche is op 29 maart 2022 door de Tweede Kamer aangenomen en op 5 juli jl. door de Eerste Kamer als hamerstuk aanvaard. Kamerstukken en overige parlementaire documenten over de gewijzigde Wet Bibob vindt u via de website www.overheid.nl.
Waarover gaat de Wet Bibob?
Even het geheugen opfrissen: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) heeft als doel ervoor te zorgen dat de overheid niet onbedoeld verzeild raakt in criminele transacties. Als het college van burgemeester en wethouders bijvoorbeeld een horecavergunning verleent aan een crimineel, krijgt die via de exploitatie van een horecagelegenheid bijvoorbeeld de ruimte om zijn op criminele wijze verkregen gelden wit te wassen. Om dat te voorkomen, is de Wet Bibob vastgesteld. De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. Met die wet is het mogelijk om onderzoek te verrichten naar de bronnen van geldverkrijging en andere financiële aspecten van bijvoorbeeld een aanvrager van een vergunning. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt, kan de bevoegde overheidsinstantie de aanvraag weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Zo wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. Om de mate van gevaar te bepalen, kan de overheidsinstantie een advies aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB).
De Wet Bibob bevat de volgende vier gronden om een overheidsbeslissing in te trekken of te weigeren:
- De A-grond: het ernstige gevaar dat een overheidsbeslissing gebruikt zal worden om criminele voordelen te benutten (artikel 3, eerste lid, sub a, van de Wet Bibob).
- De B-grond: het ernstige gevaar dat een overheidsbeslissing gebruikt zal worden om strafbare feiten te plegen (artikel 3, eerste lid, sub b, van de Wet Bibob).
- Een strafbaar feit dat is gepleegd ter verkrijging of ter behoud van een overheidsbeslissing (artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob).
- De weigering van de aanvrager of houder van de beschikking om het LBB desgevraagd aanvullende gegevens te verstrekken (artikel 4 van de Wet Bibob).
De ‘Leidraad voor de gevaarsbeoordeling op grond van de Wet Bibob’ biedt uitgebreide informatie over de criteria van artikel 3 van de Wet Bibob en de manier waarop het LBB deze criteria in zijn adviezen toepast.
In de loop der jaren is de Wet Bibob steeds verder uitgebreid. De rijksoverheid heeft dit heel overzichtelijk samengevat in een infographic.
Per 1 oktober 2022 is de Wet Bibob opnieuw verder uitgebreid. Niet alleen het toepassingsbereik is verder uitgebreid (naar vastgoedtransacties en aanbestedingen), maar ook wordt er een tipfunctie tussen overheden onderling geregeld en kunnen overheden via het nieuwe Bibob-register bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB) navragen of eerder een gevaar is gesignaleerd over personen die betrokken zijn bij een vergunning, subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie. Bij die laatste worden bedoeld: het verlenen van toestemming voor de vervreemding van het recht van opstal en het verlenen van toestemming voor het vervreemden van voormalig overheidsvastgoed waar een zogeheten ‘kettingbeding’ op rust. Overheden krijgen zelf ook toegang tot eerdergenoemd register om hierin hun eigen gevaarsconclusies te registreren. Overheden onderling kunnen dus veel meer informatie uitwisselen dan voorheen het geval was.
Omgevingswet
Natuurlijk is ook in de Omgevingswet een artikel opgenomen op grond waarvan de Wet Bibob een rol kan spelen. Artikel 5.31 van de Omgevingswet wijst de omgevingsvergunningplichtige activiteiten aan waarbij het bevoegd gezag de vergunning kan weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob. Daarbij zullen ook behoren bepaalde omgevingsplanactiviteiten, die nu nog vallen onder vergunningenstelsels uit gemeentelijke verordeningen. Voor het overige is het niet de bedoeling dat de Omgevingswet een heel andere Bibob-aanpak vraagt. Kennis van de Wet Bibob is en blijft dan ook essentieel.
Minou Woestenenk
Advocaat omgevingsrecht
Recente reacties